Verhalen van Hedendaagse Galante Mannen is een serie van 36 ontwerpen die Yoshitoshi vroeg in zijn carrière heeft gemaakt. De set draait om twee rivaliserende gokbendes die tot een bloederig conflict kwamen in de jaren 1840, in het gebied rondom de monding van de Tone-rivier in het noordoosten van de hedendaagse prefectuur Chiba. De twee bendeleiders (oyabun) waren Iioka no Sukegorō (1792–1859) en Sasagawa no Shigezō (1810–1847), hun namen afgeleid van hun territoria rondom Iioka-strand en de Sasa-rivierbedding. In de teksten, geschreven door fictie-schrijver Sansantei Arindō (ookwel Jōno Saigiku, 1832–1902), hebben de twee rivalen de pseudoniemen Sutegorō en Higezō gekregen om zo de censuur te omzeilen. Hun vete duurde een aantal jaren voort totdat Sukegorō een trawant eropuit stuurde en Shigezō liet vermoorden in 1847, op zo'n achterbakse manier dat zelfs sommigen van zijn volgers (kobun) het afkeurden. Een klein groepje van Shigezō's kobun, waaronder zijn opvolger Seiriki no Tomigorō (soms geschreven als Tamigorō, echte naam Shibata Sasuke, 1817?–1849), wilden hem wreken en vielen in 1849 Sukegorō aan, maar zonder succes en Tomigorō pleegde zelfmoord toen hij omsingeld was door Sukegorō's handlangers. Dat lijkt het conflict grotendeels beëindigd te hebben. De bendeoorlog was zo grootschalig dat het veel aandacht kreeg van de bevolking van Edo en het deed hen denken aan de grote samoerai-strijden van vanouds. Het werd al snel onthaald als de "Suikoden van het Tenpō-tijdperk" door professioneel verhaalverteller (kōdanshi) Takarai Kinryō I. Daarmee refereert hij naar het enorm populaire Chinese boek Suikoden (Water Margin) dat gaat over 108 heldhaftige bandieten die de corrupte ambtenaren tarten. De Edo-bevolking was dol op ruige krachtpatsers die zich weinig aantrokken van autoriteit, en niet veel later werd een kabuki-toneelstuk in Edo uitgevoerd dat was gebaseerd op deze gebeurtenis, waarin de gokbazen en hun handlangers werden neergezet als overdreven sterke, ruige, maar nobele personages. Ook in Yoshitoshi's ontwerpen vertonen de mannen bovenmenselijke krachten, terwijl de teksten van Sansantei hun galanterie en goedaardigheid benadrukken.
Deze tekst vertelt hoe Sukegorō als jongeman roem verwierf toen hij Ikeda Kaku, een beruchte rōnin, ervan weerhield een klein dorpje te terroriseren in een dronken razernij. Het beeld toont hoe hij een gewapende Kaku, die bekend stond als een meesterzwaardvechter, met zijn blote handen tegen de grond werkt. De tekst gaat ook in op Sukegorō's karaktertrekken: evenwichtig, beheerst, en berekenend, Sukegorō hecht boven alles waarde aan rijkdom en macht en heeft weinig respect voor het mensenlijk leven (“heeft een lagere dunk van het menselijk leven dan van een ganzenveer” inochi o gamō yori mo karonzu 命を鵞毛よりもかろんず). De tekst noemt ook enkele van zijn belangrijkste handlangers: Sunosaki Matakichi 洲の崎亦吉, Niimachi Kanta 新待勘太, Oshita (Oshita no Rishichi) 尾下 ([sic] 小下), Kirishima (Kirishima Matsugorō) 桐島, and Sageo (Sageo no Isuke) 下緒. Tot slot beschrijft het kort het conflict tussen Sukegorō en zijn rivaal Sasagawa no Higezō (Shigezō) en laat de lezer weten dat hij wel drie keer aan de dood is ontsnapt en vreedzaam is gestorven aan ouderdom.